Brein Omgeving Methodiek™
Gunstige Omgeving
Als mensen met dementie hun omgeving als gunstig ervaren voelen zij zich veilig, ervaren zij minder stress en zullen zij minder onbegrepen gedrag vertonen. En Onbegrepen gedrag hoeft géén Probleem gedrag te worden.
De drie pijlers
-
- de fysieke omgeving;
architectuur, de bouw en inrichting van het gebouw, huiskamers, sanitaire ruimtes, gangen, buitenruimte, beleefplekken, licht en geluid etc. - de werk-leefprocessen ADL/HDL, de structuur door dag heen;
Opstaan, verzorging, ontbijten, koffiedrinken, maaltijden nuttigen, toiletbezoek, rustmomenten, actiemomenten, buiten zijn, bezoek ontvangen, naar bed gaan en slapen. - de dag- en tijdsbesteding
Is er voldoende te doen voor hem of haar? Is er voldoende afleiding? Is de tijdsbesteding een aangename verpozing?
Met deze vragen kan worden voorkomen dat de hersenen zich vervelen. Beweging, rust en buitenlucht zijn belangrijk voor het welbevinden.
- de fysieke omgeving;
Gedragsprofielen
Vanuit de hersenbeschadiging onderscheiden we gedragsprofielen bij mensen met dementie; deze zijn gebaseerd op statische en dynamische prikkels.
Interactie en bejegening
Interactie en bejegening beschouwt de wijze waarop we omgaan met mensen met dementie. Het gedrag van personeel en familie vormt de bejegening. En bejegening van personen met dementie die door hen als prettig wordt ervaren geeft hen een gevoel van veiligheid.
Brein-Omgeving Specialist
Het BreinCollectief leidt ‘Brein-Omgeving Specialisten’ op. Zij spelen een cruciale rol bij het toepassen, implementeren én borgen van de methodiek in de organisatie. Zij dragen in hoge mate bij aan het continue proces van de implemenatatie van de BOM. Zij kunnen evaluaties organiseren en gevraagd (of ongevraagd) verbeteringen adviseren. Zij dragen bij aan het voortschrijdend inzicht. Het BreinCollectief maakt samen met de specialisten een handboek met kennis van de praktijk.
De Acht inzichten van Dr. Anneke van der Plaats
liggen aan de basis van de BOM;
-
- Indeling van de hersenen in vier niveaus en de bijhorende functies,
- Een mens met dementie is afhankelijk van zijn omgeving,
- Niet te weinig en niet teveel prikkels, het doseren van prikkels is belangrijk,
- Het is ongunstig mensen met dementie te laten falen,
- Het geheugen bestaat uit plaatjes,
- Externe prikkels kunnen doelgericht beweging bevorderen,
- Impulsen, emoties en stemmingen zijn niet meer te bedwingen,
- Minder behoefte aan slaap, meer behoefte aan dutten en aan veel licht overdag.
De methodiek is ook de theoretische onderlegger voor observaties.